Van de grensovergang van Peru naar Chili hebben we nog 3000 km te gaan naar Colonia del Sacramento in Uruguay, de plaats waar we hopen een stallingplaats te vinden voor onze Campers. Tot voor kort was de Buenos Aires regio favoriet om campers te stallen. Maar sinds de Argentijnse douane bij verschillende grensovergangen niet langer een verblijfsvergunning voor campers van 8 maanden afgeeft is Uruguay een alternatief omdat de douane daar nog steeds een vergunning van 12 maanden afgeeft. Bovendien stijgen de stallingkosten in Buenos Aires de pan uit. We zullen dus haast moeten maken met het rijden van de 3000 km omdat we niet alleen tijdig in Buenos Aires moeten zijn om onze vlucht te halen maar ook nog voor die tijd een geschikte stallingplaats in Uruguay moeten vinden. We besloten niettemin om nog een kort bezoek te brengen aan de steden Arica en Iquique en de kopermijn in Chuquicamata en dan zonder verdere “site seeing” door te rijden naar Uruguay.
Ja, we zijn nu weer in Chili.
Het noorden van Chili hoorde tot de 19de eeuw bij Bolivia en Peru. Chili pikte het gebied in tijdens de “War of the Pacific” van 1879-84. Zoals altijd waren er smoesjes om de oorlog te beginnen (denk maar eens aan het “weapons of mass destruction” smoesje) maar het echte doel was om de nitraat / salpeter mijnen (kunstmest) in bezit te krijgen om nog maar niet te spreken van de grootste kopererts voorraden ter wereld.
In Arica zijn destijds de beslissende gevechten gevoerd en wel speciaal om de “El Morro de Arica” een 110m hoge rots aan de haven.
Dankzij het visafval, in de haven, kunnen we genieten van de zeehonden en de pelikanen.
Panorama van Arica vanaf de rots “El Morro de Arica”
Dit is niet “moeder’s mooiste” en wat hij doet is nog smerig om te zien ook: dode zeehonden eten.
In het gebied rond Arica zijn een aantal Geogliefen te zien zoals deze figuur in de buurt van Huara, van een man (El Gigante de Atacama) van 30m van ongeveer 900 A.D.
Iquique is de populairste badplaats van Chili. Er zijn grote stranden waar zowel surfers als zwemmers aan hun trekken komen. Het zomerse klimaat speelt natuurlijk ook een belangrijke rol. In de 19de eeuw was Iquique een zeer welvarende stad als export haven voor nitraat en andere mineralen. De mooie houten huizen in de binnenstad getuigen nog van de vroegere rijkdom en de buitenlandse invloed. In de straat met de mooie houten huis besloten we op een terrasje iets te eten. Het bord met “Promotie Menu 2400 (Euro 4 )” had onze aandacht getrokken. Drie van ons bestelde dit menu. Toen de rekening kwam stond er 3 x 3500 op. Toen we zeiden dat er een foutje op de rekening stond, zei de serveerster: “nee, na 5 uur kost dit menu 3500” Toen we vroegen waar dit stond, kwam er geen antwoord. In tussen zagen we achter ons een andere serveerster de prijs van 2400 op het bord uitvegen. Er vielen daarna nog al wat woorden (in diverse talen) en je mag raden hoeveel we betaald hebben.
Onze overnachtingplaats bij een Paragliding school in Iquique met uitzicht over de oceaan.
Dit strand in Iquique was leeg, waarschijnlijk vanwege de hoge golven en gevaarlijke stroming.
We waren nog getuige van een doopceremonie.
Iquique behoort tot de tien beste plaatsen ter wereld voor paragliding.
Aan dit strand in Iquique was het heel druk.
19de eeuwse huizen uit de glorie tijd van Iquique.
De kopermijn Chuquicamata was jaren lang de grootste kopermijn ter wereld maar sinds kort heeft een andere mijn in Chili die eer overgenomen. De mijn wordt sinds 1911 geëxploiteerd. Eerst door het Amerikaanse maatschappij Anaconda en sinds de nationalisatie in 1971 door Codelco. De mijn ligt midden in de Atacama woestijn, 20 km ten noorden van Calama. Bij de mijn ligt het stadje met dezelfde naam, compleet met kerken, banken, winkels en een sportstadium. In 2000 leefde er 25.000 mensen en sinds 2008 niet eentje meer. De veranderde gedachten over de luchtvervuiling en de invloed op de gezondheid van de mensen in Chuquicamata hebben er voor gezorgd dat alle werknemers en hun gezinnen nu in Calama wonen. Chuquicamata is nu een “Ghost Town”. Er is veel belangstelling om de mijn te bezoeken maar gelukkig waren wij er buiten het seizoen. We kregen de laatste 4 van de in totaal 40 kaartjes die er zijn per dag. Wat het meeste opvalt tijdens het bezoek is dat alles groot is. Heel groot! De “open pit” (oppervlakte mijn) is een ovaal gat in de grond van ongeveer 5 km bij 3 km en 1km diep. Je ziet o.a. tientallen trucks het kopererts in rondjes uit de mijn naar boven rijden. Ondanks dat de trucks 400 ton erts kunnen vervoeren en de banden 3 m groot zijn, lijken ze niet groter als “dinkey toys”.
Het bezoekerscentrum van Codelco in Calama. Vanaf hier word je per bus vervoerd naar de mijn.
Zodra we de mijn binnenreden werden we verzocht de helm op te zetten. Het was grappig, maar wat is in “godsnaam”de zin hiervan.
Een deel van het “gat” van de mijn. De huizenhoge trucks zijn nauwelijks te zien.
Nog een kijkje in het “gat”.
Een 400 ton truck.
Nog een voorbeeld dat alles groot is in Chuquicamata.
Wij waren ook in Chuquicamata.