donderdag 24 december 2009

Reisverslag 12 – Ushuaia.


Wij wensen onze kinderen, kleinkinderen, familie, vrienden en kennissen en niet te vergeten onze bloglezers: PRETTIGE FEESTDAGEN EN EEN GELUKKIG 2010.

Wij zijn 23 december in Ushuaia aangekomen, het zogenaamde “einde van de wereld”.
Hier houdt de weg op en kan je niet verder naar het zuiden rijden in Zuid Amerika.

Reisverslag 11 – Punta Tombo & Camarones

De belangrijkste attractie van het natuurreservaat Punta Tombo zijn de meer dan 500,000 Magelhaenpinguïns. Het is de grootste concentratie van pinguïns in Patagonië.
Een nieuwe weg (die nog niet op de kaart staat), zorgt ervoor dat je nog slechts 30 km over een slechte keislagweg moet rijden i.p.v. voorheen 170 km. Pinguïns hadden we op deze reis al meer gezien maar het was voor het eerst dat we ze van zeer nabij konden bekijken. Zover je kon kijken zag je links en rechts van de paden nesten of beter gezegd holen met pinguïns. Veelal zat er maar eentje in omdat de partner eten was halen voor de jongen. Toen wij er kwamen waren de jonge pinguïns 4 – 6 weken oud en nog bedekt met hun nestharen. Om eten te halen gaan de pinguïns soms 600 km ver weg. Tussen de nesten door liepen ook talloze guanaco’s, die het blijkbaar goed met elkaar weten te vinden. De pinguïns geven de voorkeur om hun holletje te hebben onder een struik en de bloemetjes hiervan zijn weer een lekkernij voor de guanaco’s. De parkeerplaats bij de ingang van het park is een gewilde overnachtingplaats voor Campers. Wij mochten er nog staan maar hier zou best eens snel een einde aan kunnen komen. Een paar dagen voor onze aankomst had een groep Campers er een kampvuur gemaakt en dat in een brandgevaarlijk gebied waar je zelfs niet mag roken.
In Valdés had een gids ons aangeraden om ook het natuurreservaat Cabo dos Bahias bij Camarones te bezoeken. We hadden ons echter de 190 km slechte weg van Punta Tombo naar Camarones kunnen besparen. Het bleek slechts een mini Punta Tombo te zijn. Het was daarom misschien geen wonder dat we die middag de enige bezoekers waren. Onderweg naar Ushuaia, in Puerto San Julian, troffen we, door puur toeval, onze Belgische vrienden Rudi en Berlinda, weer. Gezamenlijk zijn we toen van Puerto San Julian naar Ushuaia gereden.



Ria’s ontmoetingen met de Pinguïns.


Met volle buikjes weer terug op weg naar het nest.


Het is een hele drukte aan het strand met aankomende en vertrekkende pinguïns.


Een gatenkaas met nesten.


Allemaal in afwachting van.....................



Een typisch nest.


Dit kleintje werd erg verwend en dat is aan zijn bekje te zien.



De petrels waren ook erg actief langs het strand.


Guanaco bij een pinguïnnest.


Dit kleine knaagdiertje, een Cuis, (microcavia australis), leeft in de buurt van de pinguïnnesten.



De mooie baai bij onze overnachtinplaats in Cabo dos Bahias.


De weg naar Estancia La Maciega.


Mooie, lege stranden op weg naar Camarones.


Dit bord betekent niet dat je over 100 m. kan baden. Maar wat betekent dit bord dan wel?


Commersons dolfijnen in baai van Puerto San Julian.


zondag 20 december 2009

Reisverslag 10 – Het schiereiland Valdés

Het schiereiland Valdés is één groot natuurreservaat dat ook op de werelderfgoed lijst van Unesco staat. Langs de 500 km lange kust leven walvissen, zeeleeuwen, pinguïns, zeeolifanten, orka’s en enorm veel vogels. Wij wilden vooral de walvissen zien en we hadden ons onderweg al zorgen gemaakt dat we misschien hiervoor te laat op Valdés zouden aankomen. Omdat we na aankomst in Buenos Aires besloten hadden eerst naar het noorden, naar Iguazu, te rijden, konden we niet eerder dan midden december op Valdés aankomen en volgens de reisgidsen kon dat wel eens te laat zijn. De walvissen komen ieder jaar in juni naar de Golfo Nuevo om te baren om uiterlijk in november als hun jong groot en sterk genoeg zijn weer terug te gaan richting de Zuidpool. Maar gelukkig voor ons waren er half december nog steeds een paar achterblijvers te zien. Jammer genoeg waren ze in vergelijking met onze eerdere ervaring met walvissen in IJsland een beetje te rustig. We zagen geen grote sprongen en de staart kwam ook nauwelijks uit het water maar niettemin was het zien van deze enorme beesten op korte afstand weer een ervaring die we niet graag gemist hadden.
De walvisexcursies kan je vanuit Puerto Pirámides, een klein toeristendorpje waar ook de enige camping ligt, maken. Om zeeleeuwen en pinguïns etc. te zien moesten we met de camper vrij grote afstanden op het schiereiland afleggen over wegen die bestaan uit keislag en soms een wasbord wegdek. Bovendien is het landschap van Valdés heel eentonig. Het is volledig vlak en compleet bedekt met lage struiken. Onderweg mag je niet overnachten en je bent dus verplicht elke avond weer terug in Pirámides te zijn. Wij maakten een tocht over ongeveer de helft van het schiereiland, naar Punta Cantor (Estancia La Elvira), Caleta Valdés en Punta Norte. De afstand bedroeg 225 km over stukken weg waar je soms hooguit 30 - 40 km / uur kon rijden. Wij hadden van deze tocht meer verwacht. De Zeeleeuwen hadden we al eerder en beter gezien in Punta Bermeja en de zeeolifanten hebben we helemaal niet gezien. De pinguïns bij Caleta Valdés zouden we later onder veel betere omstandigheden in Punta Tombo kunnen zien. Een leuke bijkomstigheid was wel het zien van de guanaco’s, nandoes (Zuid-Amerikaanse struisvogels), vossen, een gordeldier en een enorme grote spin van meer dan 10 cm, die op een parkeerplaats, onder de Camper uitkroop.


 
Hier is de oplossing van de puzzel in reisverslag 9. Mocht iemand het met deze oplossing niet eens zijn,dan
kan hierover nog worden gecorrespondeerd.

Met een tractor wordt de boot op een wagen het water in geduwd en ook weer opgehaald.

 
Op walvis(foto)jacht.



                                   
                                  Moeder walvis en dochter of was het misschien haar zoon?

 
                  Soms stak ze haar kop boven water uit en dan ……



                            ….even later haar staart.



 
                  Een orka kwam in volle vaart voorbij.



                 Uit het einde van de walvisexcursie ging de boot ook even bij de zeeleeuwen voorbij.

  


Puerto Pirámides


                                    Ria en haar nieuwe vriend.
                  Shaka krijgt concurentie.



                  Deze twee hadden een mooi uitzicht in Caleta Valdés.


  De kleintjes wilde niet op de foto

 
       Even uitrekken voor de volgende zoektocht naar eten. De pinguïns gaan soms 600 km ver de oceaan op om eten voor zichzelf en de jongen te halen.




 
       Ik wou de struik met bloemetjes fotograferen en zag toen pas dat er ook wat in zat.



33                  In Valdés kwamen de beesten de Camper in en aten uit Ria’s hand.


 
Valdés – Flora en Fauna 1


 
Valdés – Flora en Fauna 2

dinsdag 15 december 2009

Reisverslag 9 – Viedma

Na het Esteros de Iberá was ons volgende belangrijkste reisdoel, de papegaaien en zeeleeuwen in de buurt van Viedma aan de Atlantische Oceaan.
Onderweg bezochten we o.a. ook het gaucho stadje San Antonio de Areco en Laguna de Lobos. We hadden een prachtig plaatsje met de Camper aan de Areco rivier. Van daar kon je langs de rivier het stadje inlopen waar het gezellig druk was met dagjesmensen uit Buenos Aires. Overal langs de rivier zaten mensen te barbecueën en te picknicken. San Antonio de Areca wordt beschouwd als het mooiste stadje in de pampas waar nog veel gaucho tradities behouden zijn door o.a de zilversmeden en de zadelmakerijen.
Aan de Laguna de Lobos ligt de camping Bahia de Lobos. Deze camping is prachtig gelegen aan een lagune en biedt goede camperstallingplaatsen aan in een loods. Het bekijken van de stallingplaats was dan ook de belangrijkste reden van ons bezoek. Het nadeel van deze optie is de stevige prijs en het feit dat de camping 90km van het vliegveld van Buenos Aires ligt.



Ons plaatsje aan de Areco rivier. Ook hier hadden we wel een dagje langer willen staan. Maar ja, we willen toch iets meer gezien hebben voordat we in februari / maart weer naar huis gaan.














De tuin op het Plaza in San Antonio de Areco.

De Argentijnen barbecueën iets anders als wij.



Volgens mij staat hier dat je niet mag kamperen.

Camping Bahia de Lobos.















Dertig kilometer ten zuiden van de stad Viedma ligt de badplaats El Condor aan de Atlantische Oceaan. Toen we er aankwamen zagen we dat het dorp uit zijn winterslaap begon te ontwaken. Het toeristenbureau was men aan het inruimen en er was al een supermarktje open. Restaurants etc. waren allemaal nog gesloten. Volgens de lijst van het toeristenbureau waren er 6 campings. De eerste vier die we bezochten waren nog dicht en pas bij de vijfde konden we terecht. Het plaatsje heeft een mooi en enorm groot strand maar vooral voor de buitenlanders zijn het duizenden papegaaien, die in de kliffen bij het stadje hun nesten hebben, de reden om het plaatsje te bezoeken. Over een lengte van 10km zitten naar schatting 35,000 nesten in de kliffen. Dat betekent dat er minstens 70,000 van deze kleurrijke beestjes rondvliegen. Het zou de grootste papegaaienkolonie van de wereld zijn. Ze maken de hele dag door een hels kabaal en zorgen er ook voor dat je vroeg wakker bent.


De papegaaien in El Condor.



De papegaaienkliffen bij El Condor, met op de achtergrond de vuurtoren.





Dertig kilometer verder langs de kust ligt het Reserva Faunística Provincial – Punta Bermeja. Hier leven langs de kust 2000 zeeleeuwen (Southern Sealions) en tijdens de paringstijd zelfs 6000 stuks. Aan de aantallen en de activiteiten van de dieren kon je duidelijk zien dat het paringstijd was. Er is een mooi informatie centrum met vriendelijke mensen en de zeeleeuwen kan je observeren via loopplanken boven langs de kliffen.


Overal waar je keek, zag je zeeleeuwen in Punta Bermeja


De foto’s in deze collage staan niet in de goede volgorde. ( van links naar rechts in beide rijen.) Weet iemand de juiste volgorde? Hint: je hoeft niets van zeeleeuwen af te weten om het juiste antwoord te vinden. De juiste oplossing staat in de volgende weblog.

zaterdag 12 december 2009

Reisverslag 8 – Esteros del Iberá.

Het Esteros de Iberá is een enorm groot moerasgebied in de streek “Entre Rios” in het noordoosten van Argentinië. Het gebied bestaat uit moerasland, drijvende eilanden en enorme lagunes die ongeveer 25% van het gebied beslaan. In dit gebied leven veel subtropische vogels en andere dieren zoals kaaimannen en capibaras. Vanuit het dorpje Colonia Carlos Pellegrini dat aan de Laguna Iberá ligt,worden bootexcursies door het gebied aangeboden. Dit dorpje is echter heel moeilijk te bereiken omdat het midden in het gebied ligt en alleen te bereiken is over een 115 km lange slechte onverharde weg. Hierdoor bezoeken slechts weinig mensen het gebied. Wij hadden voor de 115 km ongeveer 4 uur nodig met de Camper. Je moet dan praktisch gezien weer dezelfde weg terug omdat de andere wegen in een nog slechtere conditie verkeren. Hierdoor is het natuurlijk wel heerlijk rustig en lijdt het gebied niet onder massatoerisme. De camping Iberá waar we verbleven is prachtig gelegen aan de lagune en is een oase van rust midden in de natuur. Volgens de “lonely Planet” reisgids behoort een bezoek aan dit gebied tot één van de hoogtepunten van Argentinië. Dit verklaart waarschijnlijk waarom vooral backpackers de moeite nemen om het gebied te bezoeken.


Op weg naar Esteros del Iberá leek het hier en daar wel “watersnood”

De brug over Laguna Iberá..


Moerashert

Een jabiroe staat te vissen..
Ons plaatsje op Camping Iberá.

De camping, prachtig gelegen aan de lagune.



Deze mooie vogel zat in de boom achter de camper.


Capibaras – waterzwijnen. Het grootste knaagdier ter wereld.






De capibaras leven hier in vrede met de kaaimannen.


We zagen dat een kaaiman, in een flitsende beweging, een vis ving.




De ondergaande zon over de lagune.


Bij het binnenrijden hadden we een schurend geluid gehoord. Bij het uitrijden zagen we dat we ongeveer een halve centimeter te hogen waren. Maar geen probleem, de plastic jerrycans gaven een beetje mee.