woensdag 7 december 2011

Reisverslag 58 – Lima – Cordillera Blanca - Lima

Bij aankomst in Lima hadden we nog wat tijd over, voor we weer naar huis zouden vliegen, en besloten we om naar het Cordillera Blanca gebergte in de Andes te rijden. In de Cordillera Blanca zijn, in een relatief klein gebied, meer dan 30 permanent met sneeuw en ijs bedekte bergen met een hoogte van rond 6000m. Of we er veel van zouden zien was een gok want november is het begin van het regenseizoen.


Op weg naar de Cordillera Blanca vonden we halverwege op ongeveer 250km van Lima een mooi gelegen camping bij Medio Mundo, direct aan het strand van de Pacifische Oceaan.


Duizenden van deze gevaarlijk uitziende beesten liepen er over het strand bij Medio Mondo.


De zonsondergang over de Pacifische Oceaan.


Tijdens het regenseizoen sneeuwt het in de Cordillera Blanca. Naarmate we hoger kwamen op weg naar de Cordillera Blanca, veranderde het weer en bij het hoogste punt (4100m) reden we dan ook door de natte sneeuw.


Een panorama van Huaraz, de grootste stad in de Cordillera Blanca. Een maandje eerder hadden we hier rondom 6000 m hoge bergen kunnen zien.


Alleen vroeg in de morgen kwam er even een mooie berg in Huaraz te voorschijn.


In Huaraz stonden we op een heel veilig plekje bij hotel “Santa Cruz”. Of deze hoge hekken werkelijk nodig zijn kunnen we niet beoordelen maar het geeft je wel een goed gevoel.


Via een heel slecht en smal pad kwamen bij deze “Mirador”, het uitzichtpunt over Huaraz.


In de Cordillera Blanca wordt elk stukje land benut en nog met primitieve middelen bewerkt.

Vanuit Yungay kan je excursie maken naar de Lagunas Llanganuco, twee mooie meren die je kan bereiken via, een steile, 25km lange, onverharde weg. We hadden hier-en-daar naar de toestand van de weg gevraagd en iedereen zei dat het voor ons geen elk probleem zou zijn. Na 10 km zijn we omgedraaid omdat de weg zo slecht was dat we het onverantwoord vonden verder te rijden.


In Caraz gaat er een 30 km lange weg naar Laguna Parón, het grootste meer in de Cordillera Blanca, op 4200 m. We namen een taxi om er naar toe te gaan omdat we geen vertrouwen meer hadden in de informatie over de toestand van de bergpaden. Op het smalle pad kwamen we een nogal grote tegenligger tegen. Op de terugweg had de bulldozer zoveel losse grond met grote stenen op het pad geschoven dat we vast kwamen te zitten.  


De kleur van het water van Laguna Parón (http://en.wikipedia.org/wiki/Lake_Par%C3%B3n) en de omgeving, op 4200 m, was werkelijk uniek.



Het meer wordt omgeven door 6 bergen van rond 6000 m. Helaas werkte het weer niet mee en hebben we niet veel van deze bergen zijn.


Bij beter weer had Ria het uitzicht op de rechtse foto gehad. Aan het meer ligt ook de piramidevormige “Artesonraju” berg, waarvan beweerd wordt dat deze, met het meer, gebruikt is voor het maken van het logo van “Paramount Pictures”.


In de Cordillera Blanca en op een paar plaatsen in Bolivia komt de zeer zeldzame “Puya Raimondii” plant voor. (http://en.wikipedia.org/wiki/Puya_raimondii). Het duurt ongeveer 100 jaar voordat deze plant bloeit met wel 20,000 bloemetjes. Dit gebeurt maar één keer en dan sterft de meer dan 10 m hoge plant.


In het “Parque Nacional Huascaran” leven de boeren en vooral de veehoedsters onder hele primitieve omstandigheden. De hutjes zijn gebouwd met materiaal dat in het park voorkomt: stukken rots, bladeren van de “Puya Raimondii” plant en droog gras. De deur wordt gevormd door een stapel stenen.


Op ongeveer 100 km ten noorden van Lima ligt, te midden van een droge kale woestenij, het “Reserva Nacional de Lachay”. Het 5070 hectare grote park heeft een microklimaat en het vocht uit de zeemist heeft voor een unieke plantengroei gezorgd. Ondanks de mist hebben we er urenlang met plezier gewandeld.


Bij terugkomst in Lima hadden we nog tijd over om door de aangename wijk “Miraflores” te wandelen en Picarones  (http://en.wikipedia.org/wiki/Picarones) te eten van Mary.


Is dit niet wat overdreven om zo’n mooie deur te gebruiken om je tuin in te gaan?  Of zou de bewoner uitbreidingsplannen hebben?

In dit deel 4 van onze reis door Zuid Amerika zijn we in Uruguay begonnen en via Argentinië en Brazilië naar Peru gereden over een afstand van iets meer dan 10,000 km.

Met deze kerstcollage uit Lima wensen wij al onze bloglezers:  
Prettige Kerstdagen en een Voorspoedig 2012


Deel 4 van onze reis begonnen we in Uruguay en reden we via Argentinië, Brazilië naar Lima in Peru over een afstand van 10250 km. De rode lijn geeft de route aan. (met een "click" op de kaart kan je deze vergroten)

In de tweede helft van januari beginnen we aan deel 5 van onze reis en gaan we, noodgedwongen in rap tempo, over de Panamericana, richting Ecuador.

donderdag 24 november 2011

Reisverslag 57 – van Nasca naar Lima.

Onderweg van Nasca naar Lima waren er nog een aantal leuke dingen te zien en te doen. O.a. in de oase Huacachina, het Reserva Nacional de Paracas en Islas Ballestas.

Huacachina is een klein dorpje dat rondom een meertje ligt, te midden van enorme hoge en uitgestrekte zandduinen.


De standaard excursie in Huacachina is om met een grote buggy de duinen in te gaan en onderweg te sandboarden. Dat laatste zagen we niet zitten maar de buggy tour wel. Dat de buggy tour een soort “rollercoaster” tour werd hadden we niet verwacht. De chauffeur vond blijkbaar dat hij de steilste stukken op moest zoeken en dat het vooral hard moest gaan. Ik was oorspronkelijk niet van plan om met het sandboarden mee te doen maar toen meer dan de helft van de jongeren op hun buik in plaats van staande de duin afgingen heb ik me toch overlaten halen om mee te doen.


Huacachina, in het morgenlicht.

Het “Reserva Nacional de Paracas” is een enorm groot gebied. Maar de toeristen bezoeken vrijwel alleen het schiereiland. Het bestaat uit rotsen en zand en er groeit vrijwel niets. De kustlijn is wel aantrekkelijk maar dan moet het bij voorkeur wel helder weer zijn en dat komt niet veel voor. Er zijn op het schiereiland ook een paar plaatsen waar je mag kamperen. Toen we op één van die plaatsen stonden, op het parkeerterrein van het informatiecentrum, kwam de nachtwacht ons vragen om bij zijn kantoortje te komen staan want dat zou toch veiliger voor ons zijn. We begrepen niet waarom maar hebben het toch maar gedaan.


De kustlijn van het “Reserva Nacional de Paracas” met onder ander het rode strand. Hier was het absolute verboden om de rode steentjes mee te nemen.


We hebben hier een tijd lang staan kijken hoe de enorme golven op de rots beukten en het water dan met een groot aantal watervalletjes weer van de rots afstroomde.





Het dorp Paracas ligt 3km van de ingang van het natuurgebied en bestaat bijna volledig uit souvenirwinkeltjes en restaurants. Dagelijks zijn er veel toeristen in het dorp omdat hier de boten vertrekken naar de Ballestas eilanden.


De Islas Ballestas worden ook wel de “poor man’s Galapagos” genoemd omdat je voor een paar centen op korte afstand van de kust een grote variëteit en vooral ook hoeveelheid aan Wildlife kunt zien. Een verschil met de Galapagos is o.a. dat je niet aan land mag maar de dieren vanuit de boot moet bekijken.

Op weg naar de eilanden varen de boten langs een enorm figuur dat op een berg helling van het schiereiland van Paracas in aangebracht. (dit is een internet foto omdat de figuur bij ons praktisch niet zichtbaar was door de weersomstandigheden) Het is 150m hoog en 50m breed. Over door wie het is aangebracht, wat het voor moet stellen en het doel ervan is niets met zekerheid te zeggen. http://en.wikipedia.org/wiki/Paracas_Candelabra


Een snelle boot brengt je in een half uur naar de eilanden.


Af en toe was het “file-varen”, omdat, om een of andere reden, de boten ongeveer gelijkertijd vertrekken uit de haven van Paracas.




Humboldt penguins.


De hoeveelheid vogels is enorm. Deze berg ziet er letterlijk zwart van.


Op weg terug, in de buurt van de haven, lieten de dolfijnen zich zien.


Lima, de hoofdstad van Peru, is een grote uitgestrekte stad met 8,5 miljoen inwoners. We waren er al eerder geweest in 2000 en ook nu verbleven we weer in de wijk Miraflores op 5 minuten lopen van de Costa Verde (kust). Met als verschil dat we toen in een hotel sliepen en nu in de Camper op een veilige plaats bij een Hostel.

Aan de Costa Verde in Miraflores ligt ook het “Parque de Amor”. Dit vrijende paartje kan er maar niet genoeg van krijgen want ze lagen er in 2000 ook al.


Half november waren hier en daar de kerstversieringen al te zien.


Dit is ons mooie en veilige plaatsje in Miraflores. Eigenlijk vreemd dat er zo’n plaatsje bestaat in een straat met ambassades en dure appartementen.


Deze mannen, die in het hostel verbleven, waren erg geïnteresseerd in onze Asian Tour van 2008. Ze werken bij Boeing Aircraft in Seattle en waren er samen een weekje tussenuit om de Inca trail te lopen naar Machu Picchu.


Het Plaza de Armas ziet er mooi uit met de grote gele gebouwen en de grote houten erkers.

vrijdag 18 november 2011

Reisverslag 56 – van Cusco naar Nasca.

Na 2000 en 2010 (reisverslag 35) waren we nu voor de derde keer in Cusco. Het was niet de bedoeling maar Cusco ligt op de route naar Nasca. Bovendien is het een aangename stad om een paar dagen door te brengen, tenminste als je geen gezondheidsproblemen krijgt tengevolge van de hoogte. Er is een camping met WiFi etc. op loopafstand van de stad. In tegenstelling tot de vele andere buitenlanders in Cusco hielden wij ons alleen bezig met praktische zaken zoals autoverzekering en LPG. Wij hadden noodgedwongen al meer dan 700km in Peru gereden zonder autoverzekering en waren blij dat we, wel met wat moeite, een W.A. verzekeringen konden afsluiten. Ook het opvullen van onze LPG tank was in Cusco geen probleem. Veel auto’s in Peru rijden immers op LPG.

Zoals gebruikelijk zochten we een leuk plaatsje om te lunchen en zagen het mooie grasveld bij het Tarawasi inca bouwwerk. Toen we een toegangskaartje kochten vroeg de man of we daar ook niet wilde overnachten. Het was wel wat vroeg maar de verleiding was te groot om het aanbod af te wijzen. In de muur zaten meerdere zevenhoekige stenen en het blijft een raadsel hoe de inca’s deze stenen zo precies  pas hebben kunnen maken. Je kan zelfs geen mes tussen de voegen steken.


Tijdens onze gebruikelijke koffiepauze stopte de Zwitsers uit Bern die we al eerder in Cusco gezien hadden. We wisselde een paar kampeer opties uit voor onderweg naar Nasca. Zij zijn met hun nieuwe Ford pick-up bepaald niet gespaard gebleven van technische problemen. In Chili hebben ze een nieuwe versnellingsbak in moeten vliegen en al twee keer is het chassis gebroken.


Op weg naar Nasca reden we vier keer over een pas van meer dan 4500m. Bijna 300km lang reden we op een hoogte van gemiddeld 4000m. Slechts één keer was er een afdaling naar ongeveer 3000m naar de stad Puquio.  


Puquio.


De inwoners van Puquio willen zich allemaal graag wassen en ook de was doen met schoonwater. Daarom gaan veel mensen te voet, met riksja en auto de berg op om het water in het beekje te gebruiken voordat anderen dat doen.


Na Puquio gaat het weer berg op en is het landschap nog groen.





Typisch dorpje in de Andes boven 4000m waarvan je, je afvraagt waar leven deze mensen van in deze kale woestenij? Je ziet wel wat lama’s en alpaca’s lopen maar de grond is niet geschikt voor landbouw.


Voor de allereerste keer hebben we iemand in Peru zien bedelen. Deze oude vrouw stond, in een eenzaam gebied, met haar hoed in de hand langs de kant van de weg. Wie zou er dan niet stoppen?


In de Andes wordt het vee verzameld in met stenen gebouwde afrasteringen


We hadden bijna alpaca vlees voor de barbecue gehad.


Als in de Andes een nieuw huis klaar is geven familie en vrienden deze versieringen om op het dak te zetten. Hiermee wensen ze de nieuwe bewoners “good luck”.


Dit is wel een heel bijzonder mooi staaltje van huisvlijt.


De lange afdaling naar Nasca door een woestijn landschap.



Deze vogeltjes lieten zich regelmatig zien in de tuin rond de camper in Nasca


In de directe omgeving van Nasca en Palpa staan grote mysterieuze lijnen in de woestijn. Het vervelende is, dat je alleen vanuit de lucht de figuren kan zien die met die lijnen gemaakt zijn. De meeste figuren dateren uit de Nasca periode van 200 tot 600 A.D. Maar waarom tekende het Nasca volk deze figuren in de woestijn en wat is het nut als je ze alleen vanuit de lucht kan herkennen? Deze vragen konden tot nu toe niet beantwoord worden al zijn er een aantal theorieën en speculaties.

De figuren vanuit de lucht bekijken is de laatste jaren niet zonder risico geweest. Met enige regelmaat stortte er namelijk een vliegtuigje neer. Het risico zou kleiner zijn geworden omdat de regels aangescherpt zijn en de “cowboys” niet meer mogen vliegen. De Zwitserse camperaar uit Bern grapte dat hij graag foto’s van de lijnen wilde hebben maar dat zijn vrouw ze dan zou moeten maken. De figuren heeft men over de jaren namen gegeven. Of ze juist zijn weet niemand. De linkse foto stelt een kolibrie voor en is 97m lang. De handen op de rechtse foto zijn 50m groot.


Om iedereen de gelegenheid te geven een figuur enigszins vanuit de lucht te zien heeft men een aantal kilometers buiten Nasca een toren gebouwd. De bovenste foto laat zien hoe je de handen uit de voorgaande collage vanaf de toren kan zien.

De Duitse Maria Reiche heeft bijna 50 jaar onderzoek verricht naar de betekenis van de lijnen en Peru heeft het waarschijnlijk aan haar te danken dat de lijnen behouden zijn gebleven.Ze stierf in 1998 en is in de tuin van haar woning begraven. Haar woning en werkruimte zijn nu een museum.



Deze figuren, ongeveer 50km ten noorden van Nasca langs de Panamericana, stellen een moeder met haar kinderen voor. De figuren dateren uit het Paracas tijdperk, tussen 600 en 200 B.C.