donderdag 24 november 2011

Reisverslag 57 – van Nasca naar Lima.

Onderweg van Nasca naar Lima waren er nog een aantal leuke dingen te zien en te doen. O.a. in de oase Huacachina, het Reserva Nacional de Paracas en Islas Ballestas.

Huacachina is een klein dorpje dat rondom een meertje ligt, te midden van enorme hoge en uitgestrekte zandduinen.


De standaard excursie in Huacachina is om met een grote buggy de duinen in te gaan en onderweg te sandboarden. Dat laatste zagen we niet zitten maar de buggy tour wel. Dat de buggy tour een soort “rollercoaster” tour werd hadden we niet verwacht. De chauffeur vond blijkbaar dat hij de steilste stukken op moest zoeken en dat het vooral hard moest gaan. Ik was oorspronkelijk niet van plan om met het sandboarden mee te doen maar toen meer dan de helft van de jongeren op hun buik in plaats van staande de duin afgingen heb ik me toch overlaten halen om mee te doen.


Huacachina, in het morgenlicht.

Het “Reserva Nacional de Paracas” is een enorm groot gebied. Maar de toeristen bezoeken vrijwel alleen het schiereiland. Het bestaat uit rotsen en zand en er groeit vrijwel niets. De kustlijn is wel aantrekkelijk maar dan moet het bij voorkeur wel helder weer zijn en dat komt niet veel voor. Er zijn op het schiereiland ook een paar plaatsen waar je mag kamperen. Toen we op één van die plaatsen stonden, op het parkeerterrein van het informatiecentrum, kwam de nachtwacht ons vragen om bij zijn kantoortje te komen staan want dat zou toch veiliger voor ons zijn. We begrepen niet waarom maar hebben het toch maar gedaan.


De kustlijn van het “Reserva Nacional de Paracas” met onder ander het rode strand. Hier was het absolute verboden om de rode steentjes mee te nemen.


We hebben hier een tijd lang staan kijken hoe de enorme golven op de rots beukten en het water dan met een groot aantal watervalletjes weer van de rots afstroomde.





Het dorp Paracas ligt 3km van de ingang van het natuurgebied en bestaat bijna volledig uit souvenirwinkeltjes en restaurants. Dagelijks zijn er veel toeristen in het dorp omdat hier de boten vertrekken naar de Ballestas eilanden.


De Islas Ballestas worden ook wel de “poor man’s Galapagos” genoemd omdat je voor een paar centen op korte afstand van de kust een grote variëteit en vooral ook hoeveelheid aan Wildlife kunt zien. Een verschil met de Galapagos is o.a. dat je niet aan land mag maar de dieren vanuit de boot moet bekijken.

Op weg naar de eilanden varen de boten langs een enorm figuur dat op een berg helling van het schiereiland van Paracas in aangebracht. (dit is een internet foto omdat de figuur bij ons praktisch niet zichtbaar was door de weersomstandigheden) Het is 150m hoog en 50m breed. Over door wie het is aangebracht, wat het voor moet stellen en het doel ervan is niets met zekerheid te zeggen. http://en.wikipedia.org/wiki/Paracas_Candelabra


Een snelle boot brengt je in een half uur naar de eilanden.


Af en toe was het “file-varen”, omdat, om een of andere reden, de boten ongeveer gelijkertijd vertrekken uit de haven van Paracas.




Humboldt penguins.


De hoeveelheid vogels is enorm. Deze berg ziet er letterlijk zwart van.


Op weg terug, in de buurt van de haven, lieten de dolfijnen zich zien.


Lima, de hoofdstad van Peru, is een grote uitgestrekte stad met 8,5 miljoen inwoners. We waren er al eerder geweest in 2000 en ook nu verbleven we weer in de wijk Miraflores op 5 minuten lopen van de Costa Verde (kust). Met als verschil dat we toen in een hotel sliepen en nu in de Camper op een veilige plaats bij een Hostel.

Aan de Costa Verde in Miraflores ligt ook het “Parque de Amor”. Dit vrijende paartje kan er maar niet genoeg van krijgen want ze lagen er in 2000 ook al.


Half november waren hier en daar de kerstversieringen al te zien.


Dit is ons mooie en veilige plaatsje in Miraflores. Eigenlijk vreemd dat er zo’n plaatsje bestaat in een straat met ambassades en dure appartementen.


Deze mannen, die in het hostel verbleven, waren erg geïnteresseerd in onze Asian Tour van 2008. Ze werken bij Boeing Aircraft in Seattle en waren er samen een weekje tussenuit om de Inca trail te lopen naar Machu Picchu.


Het Plaza de Armas ziet er mooi uit met de grote gele gebouwen en de grote houten erkers.

vrijdag 18 november 2011

Reisverslag 56 – van Cusco naar Nasca.

Na 2000 en 2010 (reisverslag 35) waren we nu voor de derde keer in Cusco. Het was niet de bedoeling maar Cusco ligt op de route naar Nasca. Bovendien is het een aangename stad om een paar dagen door te brengen, tenminste als je geen gezondheidsproblemen krijgt tengevolge van de hoogte. Er is een camping met WiFi etc. op loopafstand van de stad. In tegenstelling tot de vele andere buitenlanders in Cusco hielden wij ons alleen bezig met praktische zaken zoals autoverzekering en LPG. Wij hadden noodgedwongen al meer dan 700km in Peru gereden zonder autoverzekering en waren blij dat we, wel met wat moeite, een W.A. verzekeringen konden afsluiten. Ook het opvullen van onze LPG tank was in Cusco geen probleem. Veel auto’s in Peru rijden immers op LPG.

Zoals gebruikelijk zochten we een leuk plaatsje om te lunchen en zagen het mooie grasveld bij het Tarawasi inca bouwwerk. Toen we een toegangskaartje kochten vroeg de man of we daar ook niet wilde overnachten. Het was wel wat vroeg maar de verleiding was te groot om het aanbod af te wijzen. In de muur zaten meerdere zevenhoekige stenen en het blijft een raadsel hoe de inca’s deze stenen zo precies  pas hebben kunnen maken. Je kan zelfs geen mes tussen de voegen steken.


Tijdens onze gebruikelijke koffiepauze stopte de Zwitsers uit Bern die we al eerder in Cusco gezien hadden. We wisselde een paar kampeer opties uit voor onderweg naar Nasca. Zij zijn met hun nieuwe Ford pick-up bepaald niet gespaard gebleven van technische problemen. In Chili hebben ze een nieuwe versnellingsbak in moeten vliegen en al twee keer is het chassis gebroken.


Op weg naar Nasca reden we vier keer over een pas van meer dan 4500m. Bijna 300km lang reden we op een hoogte van gemiddeld 4000m. Slechts één keer was er een afdaling naar ongeveer 3000m naar de stad Puquio.  


Puquio.


De inwoners van Puquio willen zich allemaal graag wassen en ook de was doen met schoonwater. Daarom gaan veel mensen te voet, met riksja en auto de berg op om het water in het beekje te gebruiken voordat anderen dat doen.


Na Puquio gaat het weer berg op en is het landschap nog groen.





Typisch dorpje in de Andes boven 4000m waarvan je, je afvraagt waar leven deze mensen van in deze kale woestenij? Je ziet wel wat lama’s en alpaca’s lopen maar de grond is niet geschikt voor landbouw.


Voor de allereerste keer hebben we iemand in Peru zien bedelen. Deze oude vrouw stond, in een eenzaam gebied, met haar hoed in de hand langs de kant van de weg. Wie zou er dan niet stoppen?


In de Andes wordt het vee verzameld in met stenen gebouwde afrasteringen


We hadden bijna alpaca vlees voor de barbecue gehad.


Als in de Andes een nieuw huis klaar is geven familie en vrienden deze versieringen om op het dak te zetten. Hiermee wensen ze de nieuwe bewoners “good luck”.


Dit is wel een heel bijzonder mooi staaltje van huisvlijt.


De lange afdaling naar Nasca door een woestijn landschap.



Deze vogeltjes lieten zich regelmatig zien in de tuin rond de camper in Nasca


In de directe omgeving van Nasca en Palpa staan grote mysterieuze lijnen in de woestijn. Het vervelende is, dat je alleen vanuit de lucht de figuren kan zien die met die lijnen gemaakt zijn. De meeste figuren dateren uit de Nasca periode van 200 tot 600 A.D. Maar waarom tekende het Nasca volk deze figuren in de woestijn en wat is het nut als je ze alleen vanuit de lucht kan herkennen? Deze vragen konden tot nu toe niet beantwoord worden al zijn er een aantal theorieën en speculaties.

De figuren vanuit de lucht bekijken is de laatste jaren niet zonder risico geweest. Met enige regelmaat stortte er namelijk een vliegtuigje neer. Het risico zou kleiner zijn geworden omdat de regels aangescherpt zijn en de “cowboys” niet meer mogen vliegen. De Zwitserse camperaar uit Bern grapte dat hij graag foto’s van de lijnen wilde hebben maar dat zijn vrouw ze dan zou moeten maken. De figuren heeft men over de jaren namen gegeven. Of ze juist zijn weet niemand. De linkse foto stelt een kolibrie voor en is 97m lang. De handen op de rechtse foto zijn 50m groot.


Om iedereen de gelegenheid te geven een figuur enigszins vanuit de lucht te zien heeft men een aantal kilometers buiten Nasca een toren gebouwd. De bovenste foto laat zien hoe je de handen uit de voorgaande collage vanaf de toren kan zien.

De Duitse Maria Reiche heeft bijna 50 jaar onderzoek verricht naar de betekenis van de lijnen en Peru heeft het waarschijnlijk aan haar te danken dat de lijnen behouden zijn gebleven.Ze stierf in 1998 en is in de tuin van haar woning begraven. Haar woning en werkruimte zijn nu een museum.



Deze figuren, ongeveer 50km ten noorden van Nasca langs de Panamericana, stellen een moeder met haar kinderen voor. De figuren dateren uit het Paracas tijdperk, tussen 600 en 200 B.C.

zaterdag 12 november 2011

Reisverslag 55 – van de grens naar Cusco.

Zodra we in Peru waren heette de nieuwe weg niet langer de Estrado do Pacifico maar de Interoceanico Sur. Dit geeft aan dat de nadruk bij Brazilianen ligt op hun een verbinding met de Pacifische Oceaan en bij de Peruanen als een verbinding tussen de twee oceanen.



Na 225km door een regenwoud gereden te hebben gingen via de nieuwe brug (juli 2011) over de Rio Madre de Dios en kwamen in Puerto Maldonado aan.


Wij hadden er op gerekend om in de buurt van het vliegveld bij de Inãpari Lodge te kunnen overnachten. Deze had namelijk een kampeerplaats volgens Lonely Planet. Helaas was ons boek van 2000 (toen we voor de eerste keer Peru bezochten) en bleek de Inãpari lodge niet meer te bestaan. Omdat we geen ander adres hadden en toch dicht bij het vliegveld waren dachten daar wel op een parkeerterrein te kunnen overnachten. Eerst ging dat niet, toen weer wel, toen weer niet, tot er een man in een mooi uniform bij kwam en zei dat hij het wel voor ons zou regelen dat we er konden parkeren. We vonden vreemd dat er allerlei papieren moesten ingevuld en dat er van alle kanten foto’s van de camper werden genomen. Maar het werd duidelijk toen wij de sleutels moesten afgeven. Hun zouden namelijk voor ons op de camper passen maar we mochten er niet overnachten.

Toen deze man zoveel foto’s van onze camper maakte, vonden wij dat we ook maar een foto van hem moesten hebben.

Tijdens het geharrewar op het vliegveld had iemand gezegd dat het misschien wel bij Hostal Espãnol zou lukken om te parkeren. De dame bij de receptie was erg vriendelijk maar ze dacht niet dat het mogelijk was om de camper te parkeren maar ze zou het navragen. Het werd snel donker en we hadden we een oplossing nodig. Nee, zei de dame uiteindelijk we laten alleen onze gasten hier parkeren. “Dus als we hier een kamer huren mogen we parkeren” zei ik. “Ja” was het antwoord. “En wat kost een kamer”? “30 Soles per nacht” (Euro 8,00). Dus betaalde wij 30 Soles en parkeerde de camper. We hebben er even aan gedacht om ook werkelijk de kamer te benutten. Maar toen we de deur open deden en er een grote zwarte kever boven het bed rond zagen kruipen was de beslissing snel genomen.

Ook in Puerto Maldonado werd gewaarschuwd voor Dengue (knokkelkoorts). Het is wel typisch dat de reisadviezen voor Zuid Amerika zich steeds op Malaria concentreren, terwijl dat in het continent zelf  de nadruk op dengue ligt. Misschien komt het doordat de pharmaseutische industrie hier niets aan kan verdienen.

Ria’s favoriete vervoermiddel in Maldonado.

Maldonado zelf heeft de toerist niet veel te bieden maar het is een excellent uitgangspunt voor een bezoek aan één van de vele Jungle Lodges langs de Rio Madre de Dios en de Rio Tambopata. Wij kozen voor een driedaagse tocht naar de Wasai Tambopata Lodge. (http://www.wasai.com/)

Het startpunt van onze tocht was in de Wasai Lodge in Maldonado. Vanwaar je ook een mooi uitzicht hebt op de nieuwe brug.




We hadden nog wat tijd over en de gids nam ons mee naar de lokale markt. Interessant was om te zien uit welke enorme grote vruchten de brazielnoten komen. http://nl.wikipedia.org/wiki/Paranoot


Na een mini-bus ritje van drie kwartier en twee uur met een snelle speedboat over de Rio Tambopata kwamen we bij de lodge aan. Voor twee personen namen ze wel erg veel toiletpapier mee. We begonnen te twijfelen aan de hygiëne in de lodge.

Sommige boten die we onderweg tegenkwamen waren zo zwaar beladen dat de speedboat snelheid moest minderen.

Grote dieren zagen we niet tijdens de “jungle walk” maar de kleintjes waren ook interessant zoals de Uilvlinder. http://nl.wikipedia.org/wiki/Caligo_eurilochus. Ria geeft aan hoe groot de stam van deze boom is. Maar ja, dan moet je natuurlijk wel Ria kennen. In de kleine torentjes groeien de larves van de Cicada. http://en.wikipedia.org/wiki/Cicada.


Tijdens de nacht wandeling zagen we o.a. een http://en.wikipedia.org/wiki/Tarantula, een wandelende tak en de lichtgevende Click Beetle. http://en.wikipedia.org/wiki/Click_beetle.

De Wasai Tambopata Lodge. Het was er erg rustig. We zagen er nooit meer dan 3 of 4 andere gasten.


Een belangrijk onderdeel was het bezoek aan de zogenaamde Clay Lick. Voor zonsopgang moesten we op stap om de Macaws van de klei te zien genieten. http://en.wikipedia.org/wiki/Macaw . De klei neutraliseert de deels giftige vruchten die de Macaws graag eten.


We bezochten ook de tuin van de overburen: het El Gato Guest House.


We waren eigenlijk naar het El Gato Guest House gegaan om daar bij de waterval te zwemmen. De gids ging voor op maar voordat hij het water bereikte zakte hij tot over zijn knieën in de modder. Het zag er even naar uit dat hij eruit getrokken zou moeten worden.


Een witte (buik) kaaiman.


In twee dagen reden we de 500km van Maldonado naar Cusco. De tweede dag was het heel slecht weer. Veel regen en zelfs natte sneeuw. Daardoor hebben we helaas weinig van dit deel van het Andes gebergte kunnen zien. We moesten de tot nu toe hoogste pas over van 4725m en later volgde er nog twee van over de 4000m.

Dit is niet wat je misschien denkt, het Hilton hotel in Peru. Tijdens verkiezingscampagnes worden er in Peru geen posters geplakt maar worden er veel huizen besmeurt met verf. Deze kandidaat heette geen Hilton maar Hilthon. Foutje!

Pas bij de laatste afdaling richting Cusco werd het droog.