vrijdag 4 november 2011

Reisverslag 54 – van de Pantanal naar de grens met Peru.

Van Helen, de receptioniste op Pousada Piuval in de Pantanal, hadden we de tip gekregen om het stadje Vila Bela da Santissima Trinidade te bezoeken op weg naar het noorden van Brazilië. Het was een omweg van 170km maar het zou het waard zijn. We konden met de camper overnachten in de tuin van hotel Cascata waar haar vriendin Sandra werkte. Ze gaf ons ook het telefoonnummer van Justino die een goede gids zou zijn. We hadden niet tegen Helen gezegd dat we ook daadwerkelijk het stadje zouden bezoeken maar niettemin was het voor Sandra geen verrassing toen er plotseling een camper voor het hotel stond. Justino kwam ook gelijk opdraven en bleek een hele hartelijke en behulpzame man te zijn maar naar later bleek geen goede gids. Er waren ook nogal wat spraakverwarringen door zijn wel erg gebrekkig Engels. Of was het misschien omdat wij geen Portugees spreken?

Vila Bela was de eerste hoofdstad ( nu Ciuabá) van de provincie Mato Grosso en daar zijn de inwoners nog steeds trots op. Op het marktplein staat een enorme grote staalconstructie met eronder een niet meer herkenbare hoop stenen van een kerkje uit de 18de eeuw.


De tuin van hotel Cascata. Er was WiFi waar wij gretig gebruik van maakte, maar om stroom te hebben moest ik bij een hotelkamerdeur gaan zitten. De vogel, een cuckoo, is een hele moderne vogel want het lijkt wel of zijn veren altijd nat zijn en vol met gel zitten.

De enige waterval die Justino ons kon tonen (we hoorde later dat er veel meer waren) was de “Cascata dos Namorados” in het “Parque Estadual Ricardo Franco”. De waterval stond praktisch droog maar ja dat kan je Justino niet aanrekenen, dat heeft met de tijd van het jaar te maken. Voor we weg gingen, reden we ook nog even langs Justino’s huis om zijn zoontje op te halen en eten en drinken. Toen we de hoeveelheid zagen maakte we ons even zorgen omdat wij geen eten bij ons hadden en voor ons samen maar één flesje water. 


In de Rio Guaporé, in Vila Bela, zou ook een variant te zien zijn van de Victoria Regis, een mooie lelie met enorme grote bladeren die we ook in de botanische tuin in Rio de Janeiro hadden gezien. http://nl.wikipedia.org/wiki/Victoria_cruziana.  Eerst wist Justino waar ze waren maar toen we naar het bootje gingen was de eigenaar ervan nergens te bekennen. Later op de dag wist hij te vertellen dat ze in deze tijd van het jaar allemaal verwelkt zijn. Net voor ons vertrek uit Vila Bela stond Justino voor de deur met een grote smile op zijn gezicht. Hij had de lelies gevonden op ongeveer 5km afstand van het hotel. We waren niet onder de indruk van Justino als gids maar zijn hulpvaardigheid kende geen grenzen.


Bij een Posto (benzinepomp) kregen we het advies om daar niet te overnachten maar 7km verderop op een parkeerplaats bij een riviertje waar je tegen betaling kon vissen. Bij aankomst had de aanwezige dame er geen bezwaar tegen dat wij er zouden overnachten. Later haalde haar dronken man ons over om naar zijn huis te komen. Ik moest met zijn vrouw een partijtje pool spelen en hun dochter gaf Ria haar huiswerkschrift om te bekijken.


Onderweg zie je soms handige dingen die de volgende camper ook moet hebben.


Op geregelde plaatsen staan er grote politiecontroleposten langs de weg in Brazilië. Wij hadden ons wel eens afgevraagd wat het nut was van deze controles. Als je ziet wat ze op hun parkeerplaatsen hebben staan zou je denken dat ze er toch succes mee hebben.


Porto Velho (400,000 inwoners) is de hoofdstad van de provincie Rondônia en de noordelijkste stad in het westen van Brazilië die het gehele jaar door over de weg bereikbaar is. Vanaf hier worden o.a. de vele landbouw producten verscheept over de Rio Madeira naar Manaus en dan verder overzee. Wij deden de twee dingen die de stad voor de toerist te bieden heeft. Een boottochtje over de Rio Madeira en een bezoek aan het spoorwegmuseum “Museu de Estrada de Ferro Madeira-Mamoré”.

Wij hebben het boottochtje ervaren zoals beschreven in Lonely Planet. Niet “thrilling” maar een goede manier “to idle away an hour or so”.


De bouw van de spoorlijn door het oerwoud en langs de Rio Madeira en Rio Mamoré begon in 1907. In 1912 was het 365km lange stuk naar Riberalta klaar. De rest werd nooit gebouwd omdat de rubberboom business instortte. Gedurende de 5 jaar lieten 6000 arbeiders het leven door o.a. gele koorts, malaria en overvallen door indianen.


Vanaf Porto Velho reden we in zuidwestelijke richting naar Rio Branco (300,000 inwoners) de hoofdstad van de Provincie Acre. Halverwege moesten we met een pont over de Rio Madeira.


Wij vonden het vreemd dat voor deze pont voetgangers en fietsers niets hoefden te betalen maar dieren (animais) wel. Hoe zou dit werken?


Van Rio Branco gaat een nieuwe weg van meer dan 300km, de Estrada do Pacifico, naar de grens met Peru in Assis Brasil. Deze Estrada do Pacifico is onderdeel van het Carretera Interoceanica wegenbouw project dat sinds kort zowel Peru als Brazilië met beide oceanen verbindt.




Bij aankomst van de grens met Peru in Assis Brasil hadden we vanaf  Cuiabá meer dan 2500km gereden. Normaal vermijden we grensplaatsen om te overnachten maar dit was een uitzondering. We vonden een tiental meter voor de grens bij een “Posto” een mooi plaatsje. In de morgen lagen er bij de benzinepomp honderden 5cm grote zwarte kevers dood op een rug. Niemand kon ons een verklaring geven. Later zagen we er duizenden dood liggen in het Iňapari aan de Peruaanse kant van de grens. De andere grote kever op de foto leefde nog en had antenna’s van 20cm lang.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten