Een bezoek aan de Pantanal (http://nl.wikipedia.org/wiki/Pantanal) was het hoofddoel van deze reis. Lonely Planet zegt niet ten onrechte dat het Amazone gebied bekend staat om zijn Wildlife maar als je de dieren ook echt wilt zien, moet je in de Pantanal zijn. Het omvat een enorm gebied van 210,000 km² of te wel bijna 5 keer zo groot als Nederland. Ongeveer 1/3 hiervan ligt in Bolivië and Paraguay en de rest in Brazilië. In het regenseizoen staat ongeveer 70% van de Pantanal onder water. Slechts enkele delen kunnen over de weg of rivier worden bezocht. Wij namen de, bij camperaars beruchte, onverharde Transpantaneira van Poconé , in het noorden, naar het zuidelijker gelegen Porto Jofre. De weg is 145km lang met 122 houten bruggetjes. Langs deze weg kampeerden wij bij vier verschillende pousada’s (eenvoudige hotelletjes meestal horende bij een veeboerderij) en op het eindpunt in Porto Jofre op de camping. Door bij de Pousada’s te overnachten hadden we de gelegenheid om aan hun excursies deel te nemen. Dat is vooral in de droge tijd belangrijk omdat je dan vanaf de weg niet zoveel dieren te zien krijgt.
Bij het naderen van Cuiaba, de hoofdstad van de provincie Mato Grosso, met 550,000 inwoners, zagen we een enorm gebouw wat leek op een winkelcentrum. Het bleek een soort Makro te zijn met wel erg zware bewaking op het parkeerterrein.
Poconé noemt zich de hoofdstad van de Pantanal. De Transpantaneira begint een aantal kilometer ten zuiden van het stadje.
Met een beetje geluk kan je heel wat wildlife zien vanaf de Transpantaneira.
Over en langs de Tranpantaneira.
De gevreesde bruggetjes van de Transpantaneira zijn een verhaal apart. In de droge tijd kan je een aantal bruggen omzeilen door onderlangs te rijden. Maar als er dan een wankel bruggetje opduikt dan gaat dat plotseling niet omdat er een onbetrouwbare hoeveelheid water naast de brug ligt. Ria moest een aantal keren helpen de richting aan te geven omdat er planken ontbraken of omdat er enorme grote spijkers een centimeter of tien uit de planken staken.
Tot onze stomme verbazing kwamen we halverwege de Transpantaneira, Rudi en Berlinda tegen. Wij dachten dat ze zeker een aantal reisdagen achter ons zouden zitten en zij dachten dat we de Pantanal al weer verlaten hadden. Hun waren door puur toeval met de boot van Corumba naar Porto Jofre gevaren. Het is een duwbak die normaal gesproken alleen voor veevervoer gebruikt wordt.
De eerste paar dagen stonden we bij Pousada Piuval.
De Pousada had een mooi groot zwembad waar we gretig gebruik van maakte bij de enorme hitte. Helen, de receptioniste was aangenaam verrast dat ze gasten uit Nederland kreeg. Ze liet bijna al het Nederlands dat ze geleerd had op ons los.
Bij de ingang van het restaurant hadden vogels een nest gebouwd. Maar toen de twee kleintjes groter werden was er nog maar plaats voor één met het gevolg dat de andere uit het nest viel.
De mooie “red-crested cardinal” was regelmatig op de pousada te zien.
Op wandelsafari.
De met uitsterven bedreigde “Hyacinth Macaw” vanwege de hoge bedragen die er voor betaald worden op de zwarte markt.
Het leek er op dat we bij Pousada Portal Paraiso de enige gasten waren. We hadden het zwembad en de andere faciliteiten alleen voor ons zelf.
De “huis” papegaaien bezochten ons regelmatig. Ook vlogen er regelmatig een paar Hyacint Macaws over.
We organiseerde onze eigen wandelsafari in het enorme gebied van de Pousada.
Een deel van het wildlife dat we op de pousada zagen.
Het heeft lang geduurd maar ik heb eindelijk een foto van een vliegende toekan.
De “huis” papegaaien waren niet schuw en kletste er (onverstaanbaar) op los.
Ons leuk kampeerplaatsje aan de rivier in Porto Jofre.
Ons uitzicht overdag en bij maanlicht.
De duwbak waarmee Rudi en Berlinda waren aangekomen lag er nog.
De dag dat we Pousada Rio Claro bezochten viel letterlijk in het water. Het begon ermee dat mijn bijrijdster een half uur lang weigerde de poort open te gaan doen. Uiteindelijk werd ze gered door een motorrijder die in de stromende regen de poort open deed. Achter in de middag werd het droog en kon Ria nog een kaaiman voeren met piranha’s.
In Porto Jofre werden we welkom geheten door het “Hotel Poto Jofre”. Dit was een farce omdat we niet binnen mochten toen we het hotel wilde bezoeken. Als je niet op hun vliegveld aankomt ben je blijkbaar een bezoek niet waardig
Ons leuk kampeerplaatsje aan de rivier in Porto Jofre.
Ons uitzicht overdag en bij maanlicht.
De duwbak waarmee Rudi en Berlinda waren aangekomen lag er nog.
Pousada Ueso van het vriendelijke en gastvrije Braziliaans / Zwitsers paar Ueli Wittwer en Sônia Schlatter.
www.pantanal.chMet Sônia op de Rio Claro. Het was ongelooflijk hoe ze maar het VW busje door de blubberzooi wist te rijden op weg naar de rivier. Een dag eerder waren wij bij dezelfde weg met onze 4x4 omgedraaid.
Piranha vissen op de Rio Claro. Het was niet gemakkelijk om de Piranha van het haakje te krijgen zonder gebeten te worden door de vlijmscherpe tanden. Sônia stond rustig in de rivier tussen de piranha’s en ook kaaimannen op korte afstand.
We hebben onze reisplannen drastisch gewijzigd. Door het afhaken van Rudi en Berlinda was er eigenlijk geen goede reden meer om vanuit de Pantanal weer helemaal, via welke weg dan ook, terug te rijden naar Uruguay. Omdat we toch van plan waren, vroeg of laat, naar Ecuador en Colombia te gaan, besloten we om van uit de Pantanal verder naar het noorden van Brazilië te rijden in plaats van naar het zuiden. Sinds kort is er in het noorden van Brazilië een goede verbinding naar Peru, nu de laatste stukken van de Carretera Interoceanica in Peru klaar gekomen zijn. Onze route gaat dan over een afstand van ongeveer 3500km van Cuiaba via Porto Velho, Rio Branco naar Cusco in Peru. Eind november stallen we dan de Camper voor een week of 7 in Lima.