We hadden al een aantal dagen geen geluk met het weer om de vulkanen te kunnen zien en besloten van Lasso (bij de Cotopaxi vulkaan) naar de kust te rijden. Om daar te komen moesten we nog wel een paar honderd kilometer op grote hoogte door de Andes rijden naar het westen. Onderweg maakte we nog een kleine omweg om het kratermeer “Laguna Quilotoa” te zien. Bij aankomst bleek er helemaal niets te zien omdat er een dichte mist hing die maar niet op wilde trekken. We besloten om het de volgende dag nog eens te proberen en reden richting Chugchilán, een dorpje 20km verder op waar we een adresje hadden van een campervriendelijke hostel. De weg erheen bleek een steil onverhard pad te zijn waar ook nog een aantal aardverschuivingen geweest waren. We probeerde het 4km maar vonden het toen niet meer verantwoord om verder te rijden. Toen we terugkwamen bij de ingang naar het kratermeer hadden we nog geen overnachtingplaats en het werd langzamerhand ook donker. We vroegen de dame bij de slagboom of ze een plaatsje wist. “Natuurlijk” zei ze, “ik woon hier 100m terug langs de weg en je kan de Camper bij mijn huis parkeren”. Ze reed met ons mee om de weg te wijzen en liep toen, in de stromende regen, snel terug naar haar post. Ongelooflijk aardig! Jammer genoeg hadden onze lichamen zich nog onvoldoende aangepast voor de ongeplande overnachting op 3850m en dat was duidelijk te merken.
Een tiental kilometers voor het kratermeer was er ook nog een mooie en diepe canyon de “Cañón del Rio Toachi” waarover, vreemd genoeg, niets in onze reisgids stond.
Het steile, smalle en glibberige pad richting Chugchilán.
Deze foto doet geen recht aan de afmetingen van het meer, het is enorm. De doorsnede van het meer is 3km het je zou 5-8 uur nodig hebben om er omheen te lopen. Op het internet staan foto’s waar op het meer een mooie groene kleur heeft door de mineralen in het water. Wij hebben er niet veel tijd doorgebracht omdat het weer niet aangenaam was en de wolken weer een groot deel van meer begonnen te bedekken.
Bij het verlaten van het meer stond er een jongeman met een klein rugzakje te liften. Het was een Pool die een ticket naar Ecuador had gekocht niet omdat hij daar echt heen wilde, maar omdat het, op dat moment, de goedkoopste aanbieding was. Hij wist wel waar hij was maar niet waar hij naar toe wilde want hij had zijn “huiswerk” niet gedaan en had geen kaart of reisgids bij zich. Hij had, geloof ik, het liefst de resterende twee weken met ons meegereden maar we gaven hem wat ideeën om te bezoeken en zetten hem bij de eerste de beste bushalte af. Het is voor ons onbegrijpelijk dat iemand in zijn eentje zo onvoorbereid en lichtzinnig naar een ander werelddeel kan reizen.
Het typisch landschap in de Andes toen we richting de kust reden. De bergen lijken niet zo hoog op de foto omdat de weg er doorheen al op een hoogte tussen de 3000 en 4000m ligt. Verder is alles nog alles groen en dat is in Europa op die hoogte niet het geval.
In Portoviejo konden we eindelijk weer eens goed inslaan. Over de bewaking van de Camper hoefde we ons bij het winkelcentrum geen zorgen te maken.
Als je dacht dat één bewaker voldoende zou zijn, heb je het mis. Er waren maar liefst drie bewakingsposten op het parkeerterrein. De bewakers waren alle gewapend en droegen kogelvrije vesten. Maar is dit nu werkelijk nodig?
We hadden de kust bereikt en vroegen ons af of dit misschien een hele bijzondere vissersboot zou zijn. Wij vonden het in ieder geval niet nodig om bij de boot te poseren.
In Puerto Lopez waren de Fregat vogels actief om de restjes van de vismarkt te verorberen.
Dit is de manier hoe een Fregat vogel aan zijn eten moet komen. Zijn vleugels mogen niet nat worden want dan verdrinkt hij.
Deze Pelikaan was blijkbaar al verzadigd want hij deed geen moeite meer om voor wat visafval het water in te gaan.
We begonnen onze tocht langs de kust in Puerto Lopez omdat hier de boot vertrekt naar Isla de la Plata en ook omdat we bij Hosteria Islamar in het nabij gelegen Solango een paar dagen door wilde brengen.
Niet alles was bij Islamar zoals we dat ons voorgesteld hadden maar de ligging was in één woord geweldig.
Vanaf de “mirador” had je uitzicht op de oceaan en het eiland Solango.
Deze foto geeft de mooie ligging van de hosteria goed weer. En zoals je ziet hadden we voor de Camper ook een mooi plaatsje gevonden.
Vanuit Puerto Lopez hebben we een dagexcursie gemaakt naar de “poor man’s Galapagos” of te wel het eiland “Isla de la Plata ”. De bloglezers, die ons kennen, zullen het wel een erg toepasselijke excursie voor ons vinden. Zoals in de reisgids stond is het de “Galapagos in miniatuur” op ongeveer 40km uit de kust en 1-1/2 uur varen met een snelle boot. We hadden afgesproken dat we na het bezoek aan “Isla de la Plata ” zouden besluiten of we wel of niet voor een dag of 8 naar de Galapagos zouden gaan.
De bevoorrading van onze boot per bakfiets. Er zou namelijk voor een eenvoudige lunch worden gezorgd. Onderweg kregen we een paar keer ook dolfijnen te zien.
Op het eiland zijn een aantal wandelroutes uitgezet. Gelukkig koos onze groep voor de 3 uur durende wandeling waardoor we zo veel mogelijk te zien zouden krijgen. Wat je kunt zien hangt ook veel van het seizoen af. Niet alle soorten vogels broeden tegelijk en sommige verlaten het eiland (en ook de Galapagos) na het broedseizoen, zoals de Albatros.
De Blue-footed Booby.
Een bijzondere bloem die tot de leliefamilie hoort.
Het broedseizoen liep op een einde en dit was de jongste Blue-footed Booby die we te zien kregen.
De Nazca Booby.
De Red-footed Booby.
Deze Blue-footed Booby liep een beetje achter bij de rest.
Dit toont dat de vogels op het eiland in het geheel die bang zijn voor mensen.
Na afloop van het bezoek op Isla de la Plata kwamen we tot de conclusie dat een bezoek aan de “echte” Galapagos voor ons niet wezenlijk veel meer zou opleveren. We hadden nu een aantal van de bijzondere Galapagos vogels gezien en kunnen ervaren dat ze absoluut geen vrees voor mensen hebben. Een deel van de vogels, zoals de Galapagosalbatros, zijn nu niet meer op de Galapagos omdat het broedseizoen voorbij is. We hadden zo het gevoel dat een bezoek aan de Galapagos voor ons geen value-for money zou zijn.
Het dorp Aqua Blanca dat in de buurt van Puerto Lopez licht lijkt op een Openlucht Museum. Het is bekend geworden door opgravingen waarbij o.a. een aantal gebruiksvoorwerpen van het Manta volk zijn gevonden.
Aqua Blanca wordt vooral bezocht vanwege het zwavelbad. Ik vond dat ik er ook in geweest moest zijn omdat beweert wordt dat het goed is voor je huid. Je moet dan de delen die aan verbetering toe zijn insmeren met zwavelhoudende modder. Ik heb het maar gelaten want ik zou niet weten waar ik moest beginnen. Ik ben altijd erg blij als ik alle ledematen (plus nog iets) nog heb als ik eruit kom. Je weet maar nooit wat er soms allemaal in het water in zit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten